Vooraf
12/11/2013 - Waar plaats ik mezelf na enkele observatielessen?
De leraar als opvoeder. Dat is een leraar die een positief leerklimaat kan creëren (- in wat verschilt dit met een krachtige leeromgeving. Moet dat ook niet in een positief klimaat gebeuren? Jeetje, hoe meer ik lees, hoe minder ik weet). Een leraar die emancipatie van leerlingen bevordert, die individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie nastreeft, kan omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties,..
Kortom, de leraar als opvoeder gaat over waarom ik altijd al 'met mensen wou werken'. Dit is wat mijn pedagogisch vuur aanwakkert, hier beginnen mijn oogjes van te blinken!
Maar waar sta ik nu?
Deze competenties klinken mij alvast niet vreemd in de oren, doen geen wenkbrauwen fronsen of begin ik niet spontaan van te zuchten. Deze competenties zal je vast ook terugvinden in mijn opvatting over goed onderwijs. Meer dan het leerplan volgen en de juiste kennis in de hoofdjes van leerlingen gieten, gaat het mij om zelfontplooiing bij leerlingen te ondersteunen, een klimaat te ontwerpen waar leerlingen zich goed voelen en kritisch kunnen ontwikkelen. Een klassituatie die uit de schoolmuren breekt: leren over en door het leven. Meer vat krijgen op de dingen die rondom ons gebeuren.
Kritische mensen maken van jonge leerlingen. Dat is wat ik wil.
In mijn ervaring als vormingswerker komen deze onderliggende doelen steeds zeer expliciet naar boven. Dit is de onderliggende reden waarom wij aan Speelse Kunsteducatie met kinderen en jongeren doen. Ik ben er mij dus zeer bewust van.
Pas ik dit dan ook toe?
Dat weet ik zelf nog niet goed. Tijd om te onderzoeken!
>>> hoe passen mijn opvattingen van 'de leraar als opvoeder' binnen de schoolmuren? Kan ik als leerkracht leerlingen inspireren met mijn engagement en kritische ingesteldheid? Of zal ook ik plooien naar het leerplan en stilletjesaan mijn vuur zien doven? ..
18/06/2014 - Tijd voor een eindreflectie
Wat ik voor vanzelfsprekend nam, werd doorheen mijn drie stages als sterk punt bevestigd: mijn authentieke manier van voor de klas staan, vertrekkend vanuit contact of verbinding met jongeren. Ik kan het niet haarfijn beschrijven wat het is en waartoe het dient, maar ik doe een poging:
Mijn natuurlijke uitstraling, spontane oprechte manier van voor de klas staan, humoristische kwinkslagen, luisteren naar leerlingen en hun bevestigen in hun bijdrage, zonder focus op de inhoud van de les te verliezen. Ik toon een grote betrokkenheid naar de leerlingen toe en probeer bij hen hetzelfde te bereiken. Ik sta dicht bij leerlingen, ben tolerant in grenzen, zonder over mijn grenzen te laten gaan. Maar nu genoeg met mezelf te bewonderen.
Alleszins, ik merk wel dat mijn manier van voor groepen staan een sterk punt is, en zeker een meerwaarde in een onderwijskundig kader. Ik heb doorheen mijn drie stages geleerd om dit ook aan te passen aan het kader waarin ik zit. Ik ben geen speelse spring-int-'t-veld zoals ik in het vormingswerk wel kan zijn, maar behou wel een veilige en gemoedelijke sfeer in de klas, van waaruit vertrokken kan worden om te leren. Dit nam ik als vanzelfsprekend, maar ik merk nu dat het een 'sterkte' is, want door al mijn begeleiders steeds opnieuw bevestigd.
Ik sta er niet gewoon om leuk te zijn of vrienden te worden met de studenten. De centrale focus blijft voor mij het leren, kritisch in vraag durven stellen en ontwikkelen. Dit door middel van de leerstof die ik aanbied. Deze leerstof is ook een doel op zich, maar mij gaat het voornamelijk om wat de leerlingen met deze leerstof doen, hoe ze deze verwerken, wat ze ervan gaan onthouden, en hoe het hun ontwikkeling kan beïnvloeden. Daar zie je mijn taakopvatting over het onderwijs. Ik heb nog veel te leren, maar merk wel dat ik deze sterkte bewust wil / kan inzetten om van daaruit te vertrekken om leerlingen een krachtig leerproces voor te schotelen.
De leraar als opvoeder. Dat is een leraar die een positief leerklimaat kan creëren (- in wat verschilt dit met een krachtige leeromgeving. Moet dat ook niet in een positief klimaat gebeuren? Jeetje, hoe meer ik lees, hoe minder ik weet). Een leraar die emancipatie van leerlingen bevordert, die individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie nastreeft, kan omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties,..
Kortom, de leraar als opvoeder gaat over waarom ik altijd al 'met mensen wou werken'. Dit is wat mijn pedagogisch vuur aanwakkert, hier beginnen mijn oogjes van te blinken!
Maar waar sta ik nu?
Deze competenties klinken mij alvast niet vreemd in de oren, doen geen wenkbrauwen fronsen of begin ik niet spontaan van te zuchten. Deze competenties zal je vast ook terugvinden in mijn opvatting over goed onderwijs. Meer dan het leerplan volgen en de juiste kennis in de hoofdjes van leerlingen gieten, gaat het mij om zelfontplooiing bij leerlingen te ondersteunen, een klimaat te ontwerpen waar leerlingen zich goed voelen en kritisch kunnen ontwikkelen. Een klassituatie die uit de schoolmuren breekt: leren over en door het leven. Meer vat krijgen op de dingen die rondom ons gebeuren.
Kritische mensen maken van jonge leerlingen. Dat is wat ik wil.
In mijn ervaring als vormingswerker komen deze onderliggende doelen steeds zeer expliciet naar boven. Dit is de onderliggende reden waarom wij aan Speelse Kunsteducatie met kinderen en jongeren doen. Ik ben er mij dus zeer bewust van.
Pas ik dit dan ook toe?
Dat weet ik zelf nog niet goed. Tijd om te onderzoeken!
>>> hoe passen mijn opvattingen van 'de leraar als opvoeder' binnen de schoolmuren? Kan ik als leerkracht leerlingen inspireren met mijn engagement en kritische ingesteldheid? Of zal ook ik plooien naar het leerplan en stilletjesaan mijn vuur zien doven? ..
18/06/2014 - Tijd voor een eindreflectie
Wat ik voor vanzelfsprekend nam, werd doorheen mijn drie stages als sterk punt bevestigd: mijn authentieke manier van voor de klas staan, vertrekkend vanuit contact of verbinding met jongeren. Ik kan het niet haarfijn beschrijven wat het is en waartoe het dient, maar ik doe een poging:
Mijn natuurlijke uitstraling, spontane oprechte manier van voor de klas staan, humoristische kwinkslagen, luisteren naar leerlingen en hun bevestigen in hun bijdrage, zonder focus op de inhoud van de les te verliezen. Ik toon een grote betrokkenheid naar de leerlingen toe en probeer bij hen hetzelfde te bereiken. Ik sta dicht bij leerlingen, ben tolerant in grenzen, zonder over mijn grenzen te laten gaan. Maar nu genoeg met mezelf te bewonderen.
Alleszins, ik merk wel dat mijn manier van voor groepen staan een sterk punt is, en zeker een meerwaarde in een onderwijskundig kader. Ik heb doorheen mijn drie stages geleerd om dit ook aan te passen aan het kader waarin ik zit. Ik ben geen speelse spring-int-'t-veld zoals ik in het vormingswerk wel kan zijn, maar behou wel een veilige en gemoedelijke sfeer in de klas, van waaruit vertrokken kan worden om te leren. Dit nam ik als vanzelfsprekend, maar ik merk nu dat het een 'sterkte' is, want door al mijn begeleiders steeds opnieuw bevestigd.
Ik sta er niet gewoon om leuk te zijn of vrienden te worden met de studenten. De centrale focus blijft voor mij het leren, kritisch in vraag durven stellen en ontwikkelen. Dit door middel van de leerstof die ik aanbied. Deze leerstof is ook een doel op zich, maar mij gaat het voornamelijk om wat de leerlingen met deze leerstof doen, hoe ze deze verwerken, wat ze ervan gaan onthouden, en hoe het hun ontwikkeling kan beïnvloeden. Daar zie je mijn taakopvatting over het onderwijs. Ik heb nog veel te leren, maar merk wel dat ik deze sterkte bewust wil / kan inzetten om van daaruit te vertrekken om leerlingen een krachtig leerproces voor te schotelen.